Non concurrentiebeding #1

Een werkgever merkte dat een medewerker in de weekenden dezelfde diensten aanbood als de werkgever deed en dat daarbij zelfs de inhuur van de benodigde apparatuur werd gedaan bij de werkgever, tegen een zeer concurrerend tarief. Dit leidde uiteraard tot een einde van de arbeidsovereenkomst, waarbij (ondanks een lang dienstverband) geen vergoeding behoefde te worden betaald.

Korte tijd daarna bleek via een onderzoek op social media (LinkedIn en Facebook) dat de werknemer in dienst zou gaan treden bij een concurrent van de voormalig werkgever, die in Duitsland gevestigd was. Daarop volgde een kort gedingprocedure waarbij aan de rechter duidelijk gemaakt kon worden dat de werknemer aan zijn non-concurrentiebeding van een jaar gehouden moest worden, nu hij voornemens was om voor de Duitse onderneming een Nederlandse vestiging op te zetten, waarbij hij direct zou kunnen concurreren met de voormalig werkgever.

Samengevat: twee maal op rij een maximaal resultaat ten opzichte van een werknemer die bewust wilde concurreren, tevergeefs.